FAQ


Hieronder vind je veel gestelde vragen omtrent osteopathie – kinesitherapie – manuele therapie:

Covid-19

 

Wat is Covid-19?

Het werd snel duidelijk dat in uw kot blijven zodat ons zorgsysteem niet overbelast zou raken, in eerste instantie aangewezen was. Flatten the curve!
Als osteopaat, manueel therapeut, kinesitherapeut, psycholoog, diëtist gingen we op zoek hoe we u het best verder konden blijven helpen. Online consult en begeleiding van uw klacht en pijn werd onze prioriteit. Dit is nog steeds mogelijk en u kan ons daarvoor steeds contacteren. Na wat opzoekwerk en literatuur betreffende het omgaan met pandemieën in het verleden alsook hoe medici in andere landen successen boeken bij het versterken van immuniteit en beperken van verspreiding.

Preventie en genezing van Covid-19

Er bestaat helaas geen remedie tegen een virus. Het is immers een stukje RNA dat de cel binnendringt. In het geval van Covid-19 gebeurt dit via epitheelcellen in de neus en keel (slijmvliesbarriere). De geïnvadeerde cellen alsook de binnengeraakte virussen gaan zich vermenigvuldigen en, als een bepaalde hoeveelheid bereikt wordt, komt er een immuunrespons op gang om de dode epitheelcellen op te ruimen (merkbaar als griepsymptomenmet verhoogd aantal witte bloedcellen, gezwollen klieren, inflammatie, …). De immuunrespons is een complex fenomeen en uit zich bij elke persoon verschillend – dit hangt namelijk af van het zelfhelend vermogen (onder andere lichaamsconstitutie, leeftijd en algemene gezondheid).
Daarom kan je je best wapenen door regelmatig je handen te wassen, zo veel mogelijk thuis te blijven, nog  geen familie en vrienden te bezoeken, gezond te eten, vrolijk te bewegen en een rustige mind te hebben. Maar dat is niets nieuws en eigenlijk heel logisch. Osteopathie en andere ondersteunende therapieën zou ik normaal ook aan dit lijstje van preventie toevoegen, maar dat kan helaas nu even niet. Eens de piek van de curve daalt en we terug wat meer samen kunnen komen, dragen we graag bij om je immuniteit te boosten.

Hoe kan osteopathie je immuniteit versterken?

Als er geen gouden pil bestaat, kunnen we enkel symptomatisch te werk gaan en het lichaam zijn werk laten doen.

Osteopathie en andere holistische natuurgeneeswijzen hebben invloed op de immuniteit en het zelfhelend vermogen.  Bij Covid-19 is de behandeling afhankelijk van de graad van symptomen. In de ergste graad waarbij de besmette persoon op intensieve zorg behandeld moet worden met externe zuurstoftoevoer heeft de persoon geen kracht (lees zelfhelend vermogen) meer om de mobilisatieprikkels te kunnen verwerken. Dus osteopathie heeft hier geen plek. Er bestaan echter specifieke pre- en post- intensieve zorg revalidatie protocollen die kinesitherapeuten toepassen, dus hebben we zelf een veiligheidsprotocol opgesteld om u verder te behandelen bij dringende en noodzakelijke behandelingen.

Wie kunnen we met kine-behandeling verder helpen?

Patiënten voor wie het stopzetten van de behandeling kan leiden tot een ernstige achteruitgang van de pathologie. Daarnaast omvat ook recente postoperatieve zorg en patiënten waarbij functionele achteruitgang optreedt na een onderbreking van vier weken van hun kinesitherapie-behandeling.

Hoe werkt osteopathie? 

Als osteopaat optimaliseren we de circulatie opdat witte bloedcellen en lymfesysteem de dode epitheelcellen goed kunnen ruimen. We hebben invloed op het autonoom zenuwstelsel dat instaat voor stressreacties in het lichaam.  Wederom is het maatwerk waardoor advies en behandelingstechnieken dan ook individueel bepaald worden.

Blijf gezond en draag zorg voor elkaar!
Intussen zijn we helemaal klaar om u te behandelen met de nodige hygiëne-maatregelen.

 

Stay safe! Stay healthy! Samen corona-vrij

Samen tegen Corona

 

Covid-19 maatregelen

KOM OP TIJD

Ben je wat te vroeg? Wacht nog even buiten of in je auto.

We beperken de wachttijden. Een therapeut komt je dadelijk halen als het jouw beurt is.

 

MASKER

Draag een neus-mondmasker tijdens de afspraak. Heb je er zelf geen ter beschikking? Dan krijg je een masker voor je behandeling

HANDHYGIËNE

Was thuis heel regelmatig je handen.

Ontsmet je handen bij het binnen en bij het buitengaan van de praktijk. Er is handgel beschikbaar in de praktijk.

Coronavirus: verstrengde maatregelen voor 'social distancing ...

1,5m SOCIAL DISTANCING

Bewaar ook  steeds 1,5m afstand indien mogelijk

 

 

WELKOM TERUG!

Coronamaatregelen in Groepspraktijk Vitruvius

Onze prioriteit is u alsook de praktijk en haar cliënten gezond houden.
Vandaar nemen we de komende periode extra hygiëne-maatregelen om ccovid19-verspreiding tegen te gaan en zo veilig mogelijk te werken.

Het spreekt vanzelf dat je jouw afspraak annuleert als je symptomen vertoont of je ziek bent.
Behoor je tot de risicogroep, dan raden we aan om telefonisch te overleggen met je therapeut of je afspraak nuttig en verantwoord is.

De overheid gaf onze sector toestemming om opnieuw alle kine- en osteo-behandelingen te laten doorgaan vanaf 4mei.
We zijn dus vanaf 4mei terug open met uiteraard strengere hygiëne-maatregelen 😷.

We hebben de nodige maatregelen genomen om de gezondheid van onze patiënten te beschermen. Hierboven kan je alle maatregelen nalezen

  1. Kom op tijd. Ben je wat te vroeg? Wacht nog even buiten of in je auto.  We beperken de wachttijden. Een therapeut komt je  dadelijk halen als het jouw beurt is.
  2. Mondmasker : Draag een neus-mondmasker tijdens de afspraak. Daarachter schuilt er bij ons alleszins een glimlach :)
  3. Handhygiëne: Was thuis heel regelmatig je handen.  Ontsmet je handen bij het binnen en bij het buitengaan van de praktijk. Er is handgel beschikbaar in de praktijk.
  4. De behandelruimtes worden voldoende verlucht en tussen elke behandeling geventileerd en contactoppervlakten worden gedesinfecteerd. Wij hebben ons werkschema aangepast.
  5. 1,5m Social distancing: Bewaar ook  steeds 1,5m afstand waar mogelijk
  6. Er wordt gebruik gemaakt van wegwerppapier op de behandeltafels of breng je eigen badhanddoek mee. 
  7. Om de behandeling van je baby of peuter gemoedelijk te laten verlopen, gelieve rammelaar, speeltje of boekje mee te brengen.
  8. Gelieve niet vergezeld te zijn van kinderen of familieleden tijdens jouw behandeling zodat optimaal aan de regels van social distancing kan worden voldaan.
  9. Betaal als mogelijk via de bancontact app  of breng gepast contant geld mee.

Alvast bedankt voor uw medewerking en begrip.

Wij wensen u een fijne behandeling.

Tot gauw!

Team Groepspraktijk Vitruvius

Hoe kan je best thuiswerken?

STAP 1: zorg voor een afgezonderde werkplaats

Thuiswerken vraagt om organisatie, zeker voor wie geen aparte werkruimte heeft. Verplaats u naar een andere ruimte of wees creatief en plaats een tussenschot op de eet- of livingtafel om een afgescheiden werkplaats te creëren. Om geconcentreerd te werken, zorgt u het best voor zo min mogelijk afleiding. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan als de kinderen thuis zijn, natuurlijk.

STAP 2: zorg voor een rustige en aangename werkplaats

De ideale werkruimte heeft veel ramen of een heldere verlichting. Trek de gordijnen open en plaats de bureautafel dwars t.o.v. het raam, zo vermijdt u rechtstreekse lichtinval. Verlucht de ruimte regelmatig door de ramen te openen of goed te ventileren. Voor een minimum aan omgevingsgeluid sluit u beter de deur. In een open ruimte zijn oortjes of een hoofdtelefoon met noise cancelling zeker een aanrader.

STAP 3: maak een werkschema dat binnen uw ritme past

Thuiswerken vraagt discipline. Voor u het weet, zit u voortdurend aan het scherm gekluisterd. Werk daarom binnen afgebakende uren die aansluiten bij uw ritme: een ochtendmens profiteert het meest van de vroege uren, een avondmens werkt liever ’s avonds langer door. Ontwikkel een routine en houd die zo goed mogelijk aan. Vergeet niet regelmatig een pauze in te lassen.

Tips voor thuiswerk met kinderen

Geef zichtbaar aan wanneer u aan het werk bent en niet gestoord wilt worden (bv. met een fietslampje);
 Wissel met uw partner af tussen werken en zorgen voor de kinderen;
 Werk bij voorkeur tijdens hun dutjes of na hun bedtijd.

STAP 4: gebruik ergonomische werkmiddelen

Uw werkplek is thuis misschien niet zo aangepast als op kantoor, maar met enkele eenvoudige ingrepen komt u al een heel eind.

  • Werk bij voorkeur aan een ergonomische bureaustoel of zorg voor een comfortabele stoel die de lage rug voldoende ondersteunt.
  • Plaats de tafel op ellebooghoogte. U kunt ze, indien mogelijk, verhogen door bv. duploblokken onder de poten te plaatsen. Is de tafel net té hoog? Zet uw stoel dan iets hoger (bv. met kussen) en maak gebruik van een voetbankje (bv. een curver box).
  • Zorg voor een ergonomische positie van uw laptop: leg een dun boek onder de achterzijde zodat uw toetsenbord licht kantelt of gebruik een laptophouder in combinatie met een extern(e) toetsenbord en muis.

De helft tot 84% van de Belgische bevolking krijgt ooit te maken rugklachten. Rugpijn is een wijdverspreid fenomeen. De kunst is dus om een evenwicht te vinden tussen gezonde fysieke belasting en voldoende afwisselende bewegingen. Op die manier krijgt trouwens niet alleen de lichamelijke, maar ook mentale gezondheid een boost.

STAP 5: verander regelmatig van houding of werk al rechtstaand

In de ideale zithouding plaatst u één voet wat meer naar voren en één voet onder de stoel. Dit stimuleert een juiste houding van de rug. Sta wel regelmatig recht en doe enkele eenvoudige rek- en stretchoefeningen. U kunt ook af en toe rechtstaand of zelfs al wandelend werken, dat bevordert de bloedsomloop. Mails checken, documenten lezen of bellen zijn taken die zich daartoe kunnen lenen.

Download onze handleiding en poster met eenvoudige stretchoefeningen.

STAP 6: neem gezonde pauzes

Ook als u thuis werkt, is het belangrijk om voldoende pauze te nemen. Hou het bij voorkeur gezond. Ga even wande, spring een halfuurtje op de fiets of doe wat yoga-oefeningen. Stil de kleine honger met gezonde snacks: een stuk fruit, noten, rozijnen, yoghurt … en vergeet niet om voldoende water te drinken. Ga uw glas of waterkan regelmatig bijvullen in de keuken, dan beweegt u automatisch.

STAP 7: denk aan de veiligheid van uw omgeving

Rommel werkt contraproductief en verhoogt de kans op struikelen. Ruim dus goed op, houd elke doorgang vrij en fixeer computer- en elektronicakabels waar mogelijk. Verklein ook het risico op brand met enkele eenvoudige maatregelen.

STAP 8: zoek verbinding met uzelf en anderen

Mist u het contact met de collega’s? Maak gebruik van de online platformen om met hen te communiceren. Telefoneer of videochat, stuur een bericht of geef teamleden een digitaal complimentje. Alles helpt om de positieve sfeer erin te houden. Ook als leidinggevende is het belangrijk om verbonden te blijven met uw teamleden.

Vermijd echter een ‘digitale overload’ en neem af en toe wat tijd voor uzelf.

Voor een goede gemoedstoestand is het ook belangrijk dat u gezonde slaapgewoonten aanneemt. Voelt u zich toch futloos en neerslachtig? Schakel dan de hulp in van uw omgeving of een professionele hulpverlener.

 

 

Manuele therapie

Wat is manuele therapie?

Manuele therapie is een specialisatie binnen de kinesitherapie. Deze therapie gaat een stap verder dan kine in de analyse van de klachten en de behandeling zelf.

De manueel therapeut beschouwt het lichaam als één geheel en legt verbanden tussen verschillende delen en stelsels van je bewegingsapparaat.

Wat is het doel van manuele therapie?

Manuele therapie richt zich op het herstellen en verbeteren van je bewegingsapparaat.

Manuele therapie aangewezen bij

• (sport) blessures aan spieren, gewrichten en beenderen. Acute en chronische blessures.
• Pijnklachten, van hoofdpijn tot pijn aan de voeten.
• Stramme rug, geblokkeerde gewrichten, bewegingsbelemmeringen.
• Whiplash
• Hernia
• …

Hoe gaat een manueel therapeut te werk?

Na het intakegesprek volgt een uitgebreid functieonderzoek bestaande uit spiertesten, gewrichtstesten, coördinatietesten, enz. Dit onderzoek dient om de oorzaak en de graad van de klachten te onderzoeken.

Op basis van deze gegevens stelt de manueel therapeut een behandelplan op en begeleidt je doorheen je revalidatie.

De 2 pijlers van manuele therapie

• Manuele behandelingen (mobilisaties, oscillaties, zachte manipulaties van de gewrichten, harmoniserende technieken, neurale glidings, enz.)
• Oefentherapie (zie ook medische trainingstherapie)

Hoe lang duurt een sessie manuele therapie?

Een sessie duurt 30minuten. Behandeling en oefentherapie inbegrepen, blijven na-oefenen kan steeds in onze praktijk.

Medische Trainingstherapie (MTT)

Osteopathie

Waarbij kan osteopathie helpen?

Osteopathie behandelt verschillende domeinen. Dit zijn ter illustratie enkele problemen die vaak voorkomen in de praktijk:

• rugpijn, lumbago, stijve nek, geblokkeerde heupzenuw,
• geblesseerde spieren ten gevolge van een val,
• spijsverteringsproblemen,
• problemen met de bloedsomloop,
• ademhalingsklachten,
• hoofdpijn,
• klachten door stress, angst,
• sportblessures, of pijn door sporten (ook topsport),
• klachten tijdens de zwangerschap, bij baby’s en bij kinderen.

Enkele voorbeelden van specifieke toepassingen bij baby’s:

• slaapstoornissen,
• vervormde schedel (“afgeplat hoofdje”),
• hyperactiviteit,
• moeilijke spijsvertering,
• moeite met zuigen of slikken, slikproblemen.

Deze lijsten zijn uiteraard niet volledig. Neem gerust contact met ons op als u kampt met bepaalde klachten en u zich afvraagt of die behandeld kunnen worden door een osteopaat.

Wordt osteopathie terugbetaald?

Osteopathie wordt door alle ziekenfondsen vergoed. Na elke consultatie krijgt u een uniform “attest osteopathie” dat u kan bezorgen aan uw mutualiteit. Er wordt een tussenkomst voorzien van 10 euro per consultatie met een maximum van 5 consultaties per kalenderjaar.

Hoeveel kost een osteopatische consultatie?

Het ereloon per consultatie bedraagt 50 euro. Een behandelsessie duurt ongeveer 40 min. Het eerste consult bedraagt 60€ en duurt ongeveer 1u.

Wat betekent de titel D.O.?

D.O. betekent ‘Diploma in Osteopathy’.

Na het succesvol afronden van een opleiding in de Osteopathie en het indienen van een thesis kan men de graad D.O. behalen.

D.O. staat garant voor een goed, degelijk opgeleid osteopaat.

Is er een voorschrift van de huisarts of specialist nodig?

Neen. Ondanks het feit dat er voor een osteopatische consultatie géén voorschrift nodig is van de arts, wil een osteopaat wel samenwerken. Meer en meer artsen verwijzen door. Wij rapporteren de arts steeds over de evolutie van de klacht indien gewenst.

Wat is het verschil tussen osteopathie en chiropraxie?

Als men het in de volksmond over “een kraker” heeft, dan slaat dit meestal op een chiropractor. Een chiropractor werkt – vooral – op gewrichten van de wervelkolom die geblokkeerd zitten of foutief functioneren. Een osteopaat werkt via manuele technieken op zowel het orgaansysteem, de schedel als ook op het volledige bewegingssysteem (wervelkolom, gewrichten, spieren, pezen,…). Als een osteopaat het nodig acht om een geblokkeerde wervel vrij te maken, dan zal hij ook een manipulatietechniek aanwenden. Een osteopathische manipulatie is precies gelokaliseerd in een ontspannen houding, pijnloos en van heel korte duur. Bij baby’s en jonge kinderen wordt er niet gemanipuleerd.

Wat is het verschil tussen osteopathie, manuele therapie, chiropraxie en kinesitherapie?

Bij kinesitherapie staat vooral de revalidatie van een patiënt centraal. Een kinesist werkt op voorschrift van een arts en pakt de klachten in hoofdzaak lokaal aan (symptomatische behandeling).

In de osteopathie wordt de patiënt meer in zijn geheel bekeken, de oorzaak van de klachten wordt gezocht en vaak worden technieken te gebeuren op afstand van waar de klachten zich in hoofdzaak situeren. Als osteopaat gaan we op zoek in het gehele lichaam waar de bewegingsverliezen of dysfuncties plaatsvinden en dit een effect kan hebben op uw klacht. Een osteopaat werkt enkel met zijn handen terwijl een kinesist soms ook toestellen gebruikt. Kinesitherapie en osteopathie kunnen complementair aan elkaar op hetzelfde moment plaatsvinden.

Manuele therapeuten zijn kinesitherapeuten die zoeken naar bewegingsverliezen in het bewegingsapparaat (botten, spieren, gewrichten,….). Dit bewegingsapparaat trachten ze lokaal te herstellen daar waar bewegingsverlies aanwezig is.

Chiropraxie ontstond uit de osteopathie, maar zoekt de oorzaak van de klachten bijna steeds ter hoogte van de wervelkolom. De chiropractor (in de volksmond ook wel “kraker” genoemd) werkt – vooral – op gewrichten die geblokkeerd zijn of foutief functioneren.
In de Osteopathie wordt het volledige bewegingssysteem (botten, spieren, gewrichten,…),de organen met hun omliggende weefsels en de schedel gecontroleerd op bewegingsverliezen en daar waar nodig hersteld in hun beweeglijkheid.

Hoe ontstaan bewegingsverliezen?

Bewegingsverliezen ontstaan door oorzaken van buitenaf of door processen in het lichaam zelf.
Te grote krachten van buitenaf (harde val, kneuzing, operatie, botbreuk, tandheelkundige ingreep,…) tasten de kwaliteit van de weefsels aan. Dit leidt tot verhardingen van deze weefsels.
Processen vanuit het lichaam zelf verlopen ingewikkelder:
Erfelijkheid kan hierbij een rol spelen. Sommige mensen hebben van nature een hardere of stuggere bouw.
Ontstekingen in weefsels kunnen littekens of verhardingen nalaten.
Overbelasting door verkeerde voeding kan uiteindelijk leiden tot ophoping van gifstoffen, waardoor weefsels verharden.
Gevoelens en emoties kunnen op subtiele wijze organen en weefsels beïnvloeden. Langdurige stress en spanning zetten o.a. de (bij)nieren en darmen onder druk. Lever en gal hebben het zwaar te verduren als ergernis, irritatie of woede niet kan worden geuit. Dit zijn enkele dagelijks voorkomende emoties die een negatief effect kunnen hebben als ze lang blijven bestaan.

Werkt osteopathie preventief?

Ja. Het is aan te raden om de 3 à 4 maanden langs te komen voor een preventieve controle. Net zoals uw wagen moet ook uw lichaam goed onderhouden worden. Uw lichaam is uw voertuig, verzorg het goed en wacht niet tot je in panne valt!

Kunnen baby's en kleine kinderen ook behandeld worden?

Een aantal problemen bij kinderen ontstaat tijdens de zwangerschap of tijdens de geboorte. Een te nauw geboortekanaal, een bewegingsbeperking in het bekken van de moeder of hulpmiddelen / moeilijkheden bij de bevalling kunnen de flexibiliteit van het schedeltje veranderen. Op den duur kan dit leiden tot problemen als: groeistoornissen, onrust en klachten variërend van oorontstekingen tot long- of darmproblemen. Als een kind regelmatig naar een arts moet vanwege dit soort klachten, of wanneer het niet lekker in z’n vel zit, is osteopathie een veilige methode om veel problemen te verhelpen en/of te voorkomen.

De handgrepen van een osteopaat zijn zacht. Kinderen vinden de behandeling over het algemeen erg prettig, soms huilt een baby’tje wel eens.

Wetenschappelijk onderzoek in de Verenigde Staten toonde aan dat kinderen die regelmatig behandelingen thv de schedel ondergingen, op school aanzienlijk beter presteerden, zowel wat leerprestaties als wat sociaal gedrag betreft.

Helpt osteopathie bij reflux?

REFLUX BIJ BABY’S

OSTEOPATHIE VERHELPT (VERBORGEN) REFLUX

“Het is niet normaal dat een baby overgeeft na de voeding, net zoals het niet normaal is dat jij en ik overgeven na onze voeding.”— VIOLA M FRYMANN DO

Osteopathie is een veilig behandelmethode voor baby’s en helpt heel goed bij reflux. Bij baby’s met refluxklachten zorgt de osteopaat er met de behandeling voor dat de sluitspieren van de maag (sfincters) meer ontspannen zijn en de darmen beter werken. De mobiliteit van de maag en omliggende organen wordt verbetert waardoor de maagingang beter kan sluiten. Voor de behandeling worden lekker grote babykussens voor een comfortabele behandeling van je baby.

Als osteopaat weten we hoe belangrijk het is om een baby met klachten van (verborgen) reflux te behandelen. Reflux is erg naar en pijnlijk voor een baby. Daarom reserveren wij altijd plekjes in de agenda’s bij de osteopaten om baby’s snel te kunnen helpen.

Gastro-oesofagele reflux is het terugvloeien van de maaginhoud naar de slokdarm, met of zonder spugen tot gevolg.

VORMEN VAN REFLUX

Er zijn twee vormen van reflux:

  • Gewone reflux: je baby spuugt regelmatig.
  • Verborgen reflux: de maaginhoud ook omhoog, bijvoorbeeld tot in de keel, maar je baby spuugt het niet uit. Het zakt weer terug naar beneden.

Voor beide vormen geldt, dat wanneer dit vaak gebeurt, er irritatie van de slokdarm optreedt.

HOE KUN JE (VERBORGEN) REFLUX HERKENNEN?

Symptomen die erop wijzen dat een baby last heeft van reflux:

  • Spugen, soms zelfs nog lange tijd na de voeding
  • Voeding weer wegslikken (verborgen reflux)
  • Onrustig direct na of al tijdens de voeding, bijvoorbeeld door verslikken
  • Tongetje veel naar buiten steken
  • Onrustig slapen, hazenslaapjes
  • Bij slapen veel ademgeluiden, reutelende of piepende geluiden
  • Huilen bij neerleggen of plat liggen
  • Snel verkouden
WAT GEBEURT ER IN HET LICHAAM VAN EEN BABY BIJ REFLUX?

Bij baby’s is de sluitspier van de maagingang nog niet volledig uitgerijpt, deze sluit nog niet volledig. De slokdarm loopt door het middenrif. Daaronder begint de maag, waardoor een goede functie van het middenrif van groot belang is voor een goede functie van de sluitspier. Bij de geboorte is daarom de eerste huil belangrijk. Wanneer deze krachtig is komen borstkas en middenrif goed in beweging. Dit is belangrijk voor de longontplooiing maar ook voor de ruimte voor maag en darmen.

Wanneer de darmen niet optimaal werken, kan de voeding niet goed uit de maag en is de kans dat de voeding omhoog komt groter. Denk maar aan de monding van de rivier, deze moet vrij zijn en goed doorstromen anders zal de rivier hogerop overstromen. In ons spijsverteringsstelsel zitten verschillende sfincters (een soort sluizen) die ervoor zorgen dat bijvoorbeeld spijsverteringssappen goed kunnen inwerken op de voeding. Wanneer er spanning zit op deze sfincters dan stroomt de darm niet goed door. De sfincters worden aangestuurd door de vaguszenuw. Deze zenuw ligt in de hersenstam en gaat via de schedelbasis naar de borst- en buikorganen. Een goede mobiliteit van de schedel en nekwervels is belangrijk voor een goede functie van de vagus.

Verder is het belangrijk dat omliggende organen, die verbinding hebben met de maag, zo optimaal mogelijk kunnen bewegen anders belemmeren zij de maaglediging. Ook is het belangrijk dat de mondbodem, de slokdarm en de luchtpijp voldoende mobiel zijn zodat zij optimaal kunnen werken bij het slikken.

WAT JE OSTEOPAAT KAN BETEKENEN BIJ REFLUX

Met de behandeling zorgen we ervoor dat de sluitspieren van de maag (sfincters) meer ontspannen zijn en de darm beter werken. We verbeteren de mobiliteit van de zachte weefsels, fasciae’s, ophangsystemen rond de maag en omliggende organen waardoor de maagingang beter kan sluiten en we beïnvloeden de aansturing door de vaguszenuw vrij te maken, blokkades op de nekwervels, we kijken na of er inklemming is op dit niveau. Het is ook belangrijk om de 2 zenuwstelsels op elkaar juist af te stellen indien dat niet het geval zou zijn. Het orthosypatisch zenuwstelsel zorgt voor activatie en het parasympatisch zenuwstelsel zorgt voor meer rust, deze 2 moeten juist op elkaar zijn afgesteld anders kan er zich overprikkeling voordoen.

Wat is een voorkeurshouding?

VOORKEURSHOUDING

Soms heeft een baby de voorkeur om met zijn hoofdje meer op één bepaalde kant te liggen. We spreken dan van een voorkeurshouding.

Als baby’s te lang in hun voorkeurshouding liggen, ontstaan er voorkeursrotaties of afgeplatte hoofdjes, omdat het schedeltje van een baby nog week is.
Afgeplatte hoofdjes komen steeds vaker voor sinds ouders geadviseerd worden hun baby’s alleen nog maar op de rug te slapen te leggen om het risico op wiegendood te verkleinen. Op dit moment heeft ongeveer één op de tien baby’s een scheef hoofdje ten gevolge van een voorkeurshouding.

Wat is het gevolg van een voorkeurshouding?

Naast het feit dat een scheef hoofdje cosmetisch niet zo mooi is, kan een voorkeurshouding ook gevolgen hebben voor de motorische ontwikkeling.  Een baby met een voorkeur beweegt zijn armen en benen soms niet evenveel, kan niet goed recht liggen en houdt zijn hoofd niet goed in het midden. Hij oefent daardoor het maken van bepaalde bewegingen niet of minder en op den duur kan een baby die bewegingen niet meer maken. Het eenzijdig bewegen van een baby kan zo uiteindelijk een belemmeringen vormen voor zijn verdere ontwikkeling.

OSTEOPATHIE VERHELPT EEN VOORKEURSHOUDING BIJ JE BABY

Osteopathie is een veilige behandelmethode voor baby’s, zeker bij voorkeurshouding. Als osteopaat ben gespecialiseerd in het opsporen van de bewegingsverliezen die de voorkeurshouding veroorzaken en behandelen deze met zachte technieken. De voorkeurshouding/ voorkeursrotatie zal verdwijnen. Voor de behandeling gebruiken we grote babykussens voor een comfortabele behandeling van je baby.

Een voorkeurshouding bij een baby wil zeggen dat je baby een voorkeur heeft om elke keer naar dezelfde kant te kijken of het kan het hoofd niet goed de andere kant op draaien. Hierdoor ligt het hoofd altijd op een kant wat op termijn kan zorgen voor een afvlakking van het hoofdje.

WAT KAN EEN VOORKEURSHOUDING BIJ EEN BABY VEROORZAKEN?

De meest voorkomende oorzaak van een voorkeurshouding is een rotatie van de schedelbasis, ontstaan tijdens de bevalling of door de positie in de baarmoeder. Tijdens de bevalling kunnen er verschillende factoren zijn die dit beïnvloeden zoals een kunstverlossing, een afwijkende ligging zoals een sterrenkijker of stuitligging. Doordat de gewrichten van de schedel dan gedraaid op de 1e nekwervel komen, zal het kindje zijn hoofdje draaien om de gewrichten weer goed met elkaar te laten functioneren.

Soms is er een bewegingsverlies van de 1e nekwervel waardoor het hoofdje maar een kant op kan draaien. Andere oorzaken van een voorkeurshouding kunnen zijn: een verkorting van een spier in de hals, een blokkade in het bekken, spanning elders in de schedel, spanning in de wervelkolom of prikkels vanuit de buikorganen.

WAT EEN OSTEOPAAT KAN BETEKENEN BIJ EEN VOORKEURSHOUDING VAN JE BABY

Binnen de osteopathie kunnen al deze oorzaken worden onderzocht en behandeld, waardoor de voorkeursrotatie zal verdwijnen. Dit is belangrijk omdat een voorkeursrotatie weer een oorzaak kan zijn voor latere ontwikkelingsproblemen, zoals naar een kant omrollen of moeilijker tot kruipen komen.

Bij een voorkeurshouding denken we vaak direct aan een voorkeur bij baby’s. Dit is de meest bekende situatie van een voorkeurshouding. Het komt echter ook voor dat oudere kinderen en volwassenen een voorkeurshouding hebben, omdat deze houding de minste klachten veroorzaakt. Ook in dit geval zullen we gaan zoeken naar de oorzaak van de voorkeurshouding.

 

Wat is Migraine?

Migraine

Osteopathie helpt bij migraine

Ineens is het er… Heftige hoofdpijn. Een zijde van je hoofd bonst enorm. Je vind het daglicht vervelend, ziet aura’s en soms moet je er zelfs van overgeven…. Migraine!!!

Migraine komt veel voor en wordt vaak behandeld met medicijnen. Maar wist je dat ook osteopathie wat kan betekenen voor je migraineklachten?

Migraine is een aanvalsgewijze, heftig bonkende hoofdpijn, meestal aan een zijde van het hoofd. Het gaat vaak gepaard met misselijkheid of braken met overgevoeligheid voor licht, geluid of geur en wordt verergerd door inspanning.

Wat gebeurd er in je lichaam?

Migraine is een overbelasting van de hersenen, met name ter hoogte van de hersenstam. Hier komt alle informatie vanuit het hele lichaam binnen. De hersenen zijn eraan gewend dat er grote hoeveelheden prikkels binnenkomen, maar soms zijn er meerdere dingen in het lichaam aan de hand en ontstaat er een opeenstapeling aan prikkels. Komt er teveel informatie binnen, dan krijg je een overload van de ene zenuwkern naar de andere en ontstaat er migraine.

Veel prikkels zijn afkomstig uit de organen die via de tiende hersenzenuw (n. vagus) naar de hersenen worden gebracht. Maar ook de buikvliezen geven, via de n. phrenicus, prikkels via het midden van de nek naar de hersenstam. Vanuit het bekken, de wervelkolom en alle andere gewrichten en spieren komen veel prikkels over de stand en spanning.

Mechanische, chemische en thermische prikkels hebben invloed op de organen, de vliezen en het bewegingsapparaat. Dus voeding, hormoonschommelingen, vermoeidheid, warmte, koude maar ook een trauma kunnen migraine prikkelen.

Wat kan osteopathie voor je betekenen?

De osteopaat onderzoekt je hele lichaam. Uit dit onderzoek kunnen gebieden naar voren komen die verminderd beweeglijk zijn. Deze gebieden sturen dan veel en storende informatie naar de, al overprikkelde, hersenen. Dit zijn dan de gebieden waar osteopaten gaan mobiliseren met directe of indirecte technieken, passend bij het “letsel” en de persoon.

Door bijvoorbeeld de leverregio te mobiliseren hebben we invloed op de drainage van de lever en van de gehele darm, maar ook op het buikvlies dat rond de lever zit. Zo hebben we dus invloed op het buikvlies, het  helpen ontgiften van de lever, het bloed algemeen en op het functioneren van het middenrif. Hierdoor beïnvloeden we de prikkels die direct naar de hersenstam gaan en de prikkels die via de nek naar de hersenstam gaan.

Met osteopathie herstellen we de balans in het lijf en het zenuwstelsel, waardoor de aanvallen afnemen in intensiteit en frequentie.

This is a text block. Click the edit button to change this text.

Wat is hoofdpijn?

HOOFDPIJN

OSTEOPATHIE HELPT BIJ HOOFDPIJN

Osteopathie is een hele goede behandeling bij hoofdpijn. De osteopaat onderzoekt bij elke klacht, dus ook bij hoofdpijn, het hele lichaam en kijkt niet alleen naar de klacht maar gaat breed op zoek naar de oorzaak van de klacht. Als er een bewegingsverlies is dat een relatie kan hebben tot je hoofdpijnklachten, gaan we dit behandelen. Er kunnen verschillende technieken gebruikt worden om de mobiliteit van gewrichten, vliezen of organen te verbeteren. Bij elke patiënt wordt gekeken wat het beste bij hem of haar past.

Ken je het om zo’n hoofdpijn te hebben dat het voelt alsof je hoofd uit elkaar zal klappen? Of is het concentreren moeilijk omdat die bonk niet uit je hoofd gaat? Hoofdpijn is een veelgehoorde klacht en komt veel vaker voor dan je denkt. Het is niet iets wat erbij hoort en vaak goed te behandelen.

Hoofdpijnklachten kunnen het dagelijks leven volledig op z’n kop zetten. Ze kunnen je beperken in het doen van je werk, in je sport en het kan zijn dat je er moeilijk van kunt slapen. Het is lastig om hoofdpijnklachten te negeren omdat we ons hoofd zo hard nodig hebben.

WAT GEBEURT ER IN JE LICHAAM BIJ HOOFDPIJN?

Er zijn verschillende soorten hoofdpijn. De meest voorkomende zijn:

  • spanningshoofdpijn
  • clusterhoofdpijn
  • migraine

Deze soorten van hoofdpijn hebben eigen symptomen en klachtenbeelden. We leggen het je uit.

SPANNINGSHOOFDPIJN

Als de hoofdpijnklachten vanuit de nek komen spreek je van spanningshoofdpijn. Door een blokkade in de nek ontstaat er een continue spanning van de spieren waardoor verminderde beweging plaatsvind. Hierdoor kunnen afvalstoffen niet goed worden afgevoerd en kunnen hoofdpijnklachten ontstaan. Vaak worden deze beschreven als een strakke badmuts om het hoofd, met soms ook een trekkend gevoel tot boven de ogen.

Ook andere structuren in het lijf kunnen deze spanning in de nek veroorzaken. Als je bekken scheef staat bijvoorbeeld of als de vliezen tussen de organen in de buik minder beweeglijk zijn. Dit laatste is als volgt te verklaren: door het bewegingsverlies in de buik ontstaat er een overprikkeling van het buikvlies. Deze prikkels gaan via een zenuw naar het midden van de nek waardoor er daar een overbelasting en spierspanning ontstaat.

Organen geven via een andere zenuw een prikkeling naar de hoge nek. Door een overprikkeling vanuit de organen kan dus ook hoofdpijn ontstaan.

Mechanisch kan er aan de lage nek worden getrokken door bindweefselfascia en door de ophanging van de longen. Dit wordt gecorrigeerd door de spieren waardoor er meer spanning in de nek ontstaat. Spanning in het kaakgebied, een verkeerde beet of vulling geeft ook veel spanning in de nek en kan daarmee ook een trigger voor hoofdpijn zijn.

CLUSTERHOOFDPIJN

Clusterhoofdpijn is een extreme hoofdpijn die in periodes voorkomt (clusters). Dit kunnen periodes van weken of maanden zijn. De pijn komt met name aan een zijde van het hoofd en rondom het oog voor. De oorzaken kunnen dezelfde zijn als bij spanningshoofdpijn maar het gevolg is anders, een andere soort hoofdpijn. Clusterhoofdpijn komt, in vergelijking tot spanningshoofdpijn, duidelijk minder vaak voor. Clusterhoofdpijn komt, in vergelijking tot spanningshoofdpijn, duidelijk minder vaak voor.

MIGRAINE

Migraine is een hoofdpijn die eenzijdig voorkomt met daarbij vaak misselijkheid en braken. Ook is er dan een gevoeligheid voor licht en geluid. Lees in de indicatie migraine uitgebreid wat er met je lichaam gebeurd en wat osteopathie voor je betekenen.

WAT OSTEOPATHIE VOOR JE KAN BETEKENEN BIJ HOOFDPIJN

De osteopaat onderzoekt het hele lichaam en kijkt niet alleen naar de klachten waarvoor je komt maar gaat breed op zoek naar de oorzaak van de klachten. Als er een bewegingsverlies is dat een relatie kan hebben tot je hoofdpijnklachten, gaan we dit behandelen.

Zoals hier boven al beschreven kunnen er in verschillende delen van je lichaam beperkingen zijn die een relatie kunnen hebben tot je hoofdpijnklachten. Denk bijvoorbeeld aan je nek, je middenrif, de organen in de buik, je bekken of in je schedel zelf.

Vaak is het ook een combinatie van de verschillende gebieden in het lichaam, waardoor je een ‘toren van Pisa-effect’ krijgt. Als er ergens in je lichaam, bijvoorbeeld in je bekken, een beperking zit, stapelt de rest van het lijf hierop en kun je je lijf dus vergelijken met een scheve toren. Door de eerste ‘scheve steen’ weer recht te leggen, kan je lijf ook weer rechtop staan. We doen dit bijvoorbeeld door het weer mobiel maken van de gewrichten in je bekken of de vliezen rondom je organen.

Er kunnen verschillende technieken gebruikt worden om de mobiliteit van gewrichten, vliezen of organen te verbeteren. Bij elke patiënt wordt gekeken wat het beste bij hem of haar past. Vervolgens moet je lijf zelf aan de slag om een nieuw evenwicht te vinden en de doorbloeding en bezenuwing te herstellen. Als je lichaam niet meer hoeft te compenseren of als er via de zenuwen geen prikkels meer naar je nek komen, verminderd daar de spanning vanzelf en zal de hoofdpijn weggaan.

Wat te doen bij een afgeplat hoofdje bij een baby?

Plagiocefalie is de afplatting aan één kant van het achterhoofd bij baby’s. Plagio betekent plat en cefalie verwijst naar het hoofdje. Zit de afplatting vooral centraal, dan spreekt men van brachycefalie, letterlijk: een kort hoofdje.
Meestal gaat het om een afplatting aan de rechterkant van het achterhoofd, maar ook links komt voor. Het gaat dus om een asymmetrisch afgeplatte achterkant van het hoofd bij zuigelingen. Vooral het achterste schedelbeen, het os occipitalis, is hierbij betroffen. Het gaat hier om een posterieure plagiocefalie. Dit kan zowel rechts als links plaatsvinden. Dit is mogelijk omdat er zogenaamde weefselhechtingen of kraakbeenvoegen (sutura) aanwezig zijn tussen de schedelbotten, die indirect functioneren als gewrichten.

Wat zijn de gevolgen?

De verschoven positie van de evenwichtsorganen wordt gemarkeerd door de rode kruisen.
De mate waarin de hersenen worden aangetast door een dergelijke hoofdvervorming kan niet duidelijk worden aangetoond, maar vertragingen op het gebied van taalontwikkeling, cognitieve ontwikkeling en psychomotorische vaardigheden kunnen niet worden uitgesloten, wat ook van invloed kan zijn op schoolprestaties.

Het evenwichtsgevoelwordt belemmerd door het verschuiven van de ooras. Dit bemoeilijkt de motorische ontwikkeling van peuters. Bovendien kan de ventilatie van het middenoor door de buis van Eustachius worden beperkt en kan zelfs de gehoorgang worden vernauwd, wat zowel het gehoor kan verminderen. Als het kind later een bril nodig heeft, kan de aanpassing erg complex zijn als de afstand tussen neus en oor aan beide kanten anders is.

De kaakbotten en kaakgewrichten worden ook aangetast. Een asymmetrie van de boven- en onderkaak, die tot een valse beet leidt, zou in de adolescentie als gevolg moeten worden behandeld. De asymmetrie kan ook het gezicht levenslang veranderen, wat psychisch erg stressvol kan zijn.

De vervorming van de schedel omvat ook de basis van de schedel, en aangezien de halswervels ook vervormbaar zijn, kunnen deze ook asymmetrisch naar elkaar verschuiven. Dit leidt nu tot een verminderde mobiliteit van het hoofd en de wervelkolom. Het geheel kan worden versterkt door een voorkeurshouding ten opzichte van een favoriete kant van de baby. Als de kinderen dan rechtop gaan zitten en staan, wordt het hoofd vaak scheef gehouden – wat kan leiden tot een scoliotische verkeerde houding. De spieren zijn aan één kant meer gespannen wat zich uit in schouder, nek en hoofdpijn. In hoeverre het de zenuwbanen aantast en effect heeft op de spijsvertering, kan niet sluitend worden beantwoord. Als dit echter niet wordt behandeld, kan de perceptie van het hele lichaam worden verstoord, wat zelfs uitgesproken is bij volwassenen. Op lange termijn kan dit ook leiden tot verdere rompasymmetrie.

Scoliose bij een kind
Vervorming van de schedel kan leiden tot een verkeerde houding van de wervelkolom.

Wat zijn de mogelijke oorzaken?
Een afgeplat hoofdje is meestal niet bij de geboorte aanwezig, maar ontstaat in de eerste weken na de geboorte.
• De oorzaak is meestal een voorkeurshouding in de eerste maanden. Meteen na de geboorte draaien baby’s hun hoofd vaak naar dezelfde kant. Meestal gaat dit binnen enkele weken vanzelf over. Sommige baby’s blijven hun hoofd telkens naar één kant draaien of houden hun hoofd stil in het midden. Door de langdurige druk op het achterhoofd wanneer de baby meestal met zijn hoofd één kant op gedraaid ligt, kan het hoofdje platter worden. De structuur van de schedelbeenderen is op jonge leeftijd namelijk nog zeer zacht waardoor de vorm van de schedel kan beïnvloed worden door inwerking van de zwaartekracht en druk. Omdat het zeer jonge kind het hoofd nog niet vlot in alle richtingen kan draaien, kan het achterhoofd afplatten Uit onderzoek blijkt dat afgeplatte hoofdjes minder voorkomen waar de kinderen in buikligging slapen ten opzichte van landen waar kinderen op de rug slapen.
Sinds rugligging wordt aanbevolen voor baby’s om wiegendood te voorkomen, bestaat de indruk dat steeds meer kinderen afplatting en andere misvormingen van het hoofdje vertonen. Het is echter niet duidelijk of het effectief meer voorkomt dan wel dat de ouders er meer op letten.
• Soms speelt de ligging van de foetus in het bekken van de moeder een rol, bijvoorbeeld omdat het hoofdje geklemd zit tegen het bekken van de moeder (bv. bij een stuitligging of een meerlingenzwangerschap).
• De grotere hoofdomtrek bij jongens dan bij meisjes, en het minder beweeglijk zijn van mannelijke foetus, zouden het vaker voorkomen van plagiocefalie bij jongens kunnen verklaren.
• Ook omstandigheden bij de bevalling kunnen een rol spelen. Bijvoorbeeld een vroege indaling, een kunstverlossing of een langdurige bevalling
• Soms kan het een gevolg zijn van spierprobleem (bv. een scheefstand van de nek door musculaire torticollis, te lage spierspanning in de nek zoals bij syndroom van Down), wervelafwijkingen of neurologische problemen (bv. hemiparese, een halfzijdige verlamming).
• Een zeldzame oorzaak is het te vroeg sluiten van de schedelnaden (craniosynosthose) . Het kinderhoofdje groeit namelijk op de plaats van de schedelnaden. Als de schedelnaden aan elkaar groeien, zal de schedel op die plaats niet meer groeien. De schedel krijgt hierdoor een afwijkend vorm.
Dit vraagt een andere aanpak dan een afgeplat hoofdje als gevolg van een bepaalde houding.

Is plagiocefalie ernstig?
Een afgeplat hoofdje geen gevolgen voor de ontwikkeling van de hersenen. Kinderen met een afgeplat hoofdje ontwikkelen zich net zo goed als kinderen zonder afgeplat hoofdje. Een craniosynosthose (zie hoger) kan wel gevolgen hebben voor de ontwikkeling van de hersenen.
De afplatting van het hoofdje kan wel gevolgen hebben door de symmetrie van het gezicht. Vaak bolt het voorhoofd schuin tegen over de afplatting aan het achterhoofd meer naar voren toe. Ook kan de stand van de oortjes niet gelijk zijn als gevolg van de afplatting van het achterhoofd. Bij een ernstige afplatting van het hoofdje kan ook de kaak en de wang vervormd zijn.

Hoe kunt u plagiocefalie voorkomen of verminderen?
Eenvoudige aanbevelingen zoals wisselende houding vanaf zeer jonge leeftijd (wanneer het kind wakker is), stimulatie in de bewegingen van het hoofd, vroegtijdig aanleren het kind in buikligging te laten ‘spelen’, tips tijdens verzorging en dragen van een kind, enz. kunnen dit probleem helpen voorkomen.
Slaaphouding = rugligging; wakker = op de buik

1. Vanaf de eerste dagen moet een wakker kind (onder toezicht) minstens drie tot vijf keer per dag in buikligging gelegd worden gedurende korte periodes (één tot vijf minuten), zodat vanuit die houding de motoriek goed kan ontwikkelen.
Geleidelijk aan moeten deze periodes in tijd langer gemaakt worden (vijf keer vijftien of drie keer dertig minuten per dag op de leeftijd van drie maanden)zodat het kind went en actiever wordt in buikligging.

2. Wisselhouding van het hoofd tijdens de slaap
• Leg uw baby altijd op de rug in bed. Leg hem met zijn hoofd gedraaid naar de niet-voorkeurskant. Soms lukt dat niet en draait hij zijn hoofd meteen weer terug. Probeer zijn hoofd dan nog eens voorzichtig te draaien als hij slaapt.
• Baby’s vinden het niet zo fijn wanneer u hun hoofd beweegt. Dan is er een andere manier: leg uw baby eerst op zijn zij aan de niet-voorkeurskant. Wacht tot hij rustig is en draai hem dan voorzichtig, heel ?langzaam terug naar rugligging, terwijl het hoofd naar de zijkant blijft liggen. Zijn hoofd blijft dan gemakkelijker naar de niet-voorkeurskant gedraaid liggen.
• Leg uw baby zo neer dat het licht van de niet-voorkeurskant komt (het raam, de deur). De invalshoek van het licht is zeer belangrijk omdat wanneer een kind wakker wordt het steeds zijn hoofdje draait naar de richting van waaruit het licht komt. U moet hiervoor misschien het bedje omdraaien of andersom opmaken.
• Als uw baby wakker is, kan een fel gekleurd speeltje of een muziekdoosje aan de niet voorkeurskant zijn aandacht trekken. Zorg er wel voor dat uw baby hier niet bij kan komen.

3. Wisselhouding tijdens verzorging
• Verzorg uw baby het liefst recht voor u, waarbij hij met zijn voeten naar u toe ligt, of zorg dat u aan de niet-voorkeurskant staat.
• Verzorg uw baby op een ruim oppervlak. Zo kunt u hem gemakkelijk draaien en rollen tijdens het verzorgen.
• Pak uw baby tijdens het verzorgen zo min mogelijk onder de oksels op om hem te verleggen. Rol hem liever tijdens het aan- en uitkleden op zijn zij en buik, en weer terug. Bij oprichten steeds het achterhoofd en de romp ondersteunen, en de armen niet laten opzij vallen.

4. Zoweel mogelijk wisselhouding tijdens voeding
• Het kind dus niet altijd op dezelfde arm dragen en voeden, maar afwisselend op de rechter- en linkerarm houden of recht voor u op de benen leggen tijdens het voeden.
• Zorg dat uw baby in een licht ronde houding wordt gevoed. Het hoofd mag niet achterover liggen.
• Bij borstvoeding wordt de houding van een baby vanzelf afgewisseld door het drinken aan de rechter- en linkerborst. Ook bij voeden met de fles kunt u de houding wisselen. Probeer bij flesvoeding het hoofd in het midden te houden of iets naar de niet-voorkeurskant gedraaid.

5. Dragen
• Probeer uw baby in een ronde houding te dragen. Zo vermindert u de spanning in de nek. Daardoor kan hij zijn hoofd beter zelf draaien. Draag uw baby niet met uw handen onder zijn oksels.
• Wanneer u uw baby op uw arm draagt, moeten zijn benen en heupen licht gebogen zijn en zijn armen naar voren liggen.
• Draag uw baby zó op uw arm dat hij spontaan naar de niet-voorkeurskant gaat kijken. Dit kan verschillend zijn, afhankelijk van waar uw baby graag naar kijkt.
• U kunt uw baby ook in buikligging op uw arm dragen. Het hoofd ligt dan op uw onderarm en deze arm steunt onder de borst; uw andere arm gaat tussen de benen door en steunt onder de buik.
• Oppakken kan heel gemakkelijk in een vloeiende beweging. Zorg dat u aan de niet-voorkeurskant van uw baby staat. Leg uw handen aan weerszijden tegen de zijkanten van zijn borstkas, iets onder zijn oksels. Rol hem nu naar u toe. Wanneer uw baby op zijn zij ligt, kunt u hem rustig zijwaarts optillen, zodat hij rechtop komt. Tijdens het optillen draait u uw baby verder naar de niet-voor- keurskant (u draait door in dezelfde richting als waarmee u begon). De rug van uw baby is nu vanzelf naar u toe gekeerd. U kunt hem vervolgens zo tegen u aan dragen en eventueel wat meer onderuit laten zakken. Op deze manier oefent uw baby de nekspieren van de niet-voorkeurskant. Het oppakken met draaien kan ook als u aan het voeteneind staat.

6. Op schoot en in een stoeltje
Laat uw baby op schoot in de kuil van uw benen zitten. Hierbij liggen zijn benen wat hoger en worden zijn schouders en hoofd goed ondersteund. Zijn armen komen daarbij gemakkelijker naar voren om te spelen.
Als uw baby met zijn voeten naar u toe op schoot ligt, kunt u ook prima met hem praten, zingen of spelletjes doen. Eventueel kunt u rustig wiegen met de benen.

7. Spelen op de rug
• Leg uw baby zó in de box dat licht en geluid van de niet-voorkeurskant komen.
• Wanneer uw baby op de rug ligt, kunt u met speelgoed zijn aandacht naar de niet-voorkeurskant trekken. Hang het speelgoed midden boven hem, op borsthoogte (bijvoorbeeld een bewegende mobiel). Heeft u hiermee de aandacht van de baby, verplaats dan de speeltjes geleidelijk naar de niet-voorkeurskant. Ook belangrijk: leg geen ander speelgoed aan de voorkeurskant. Deze kant moet zo saai mogelijk en liefst ook een beetje donker zijn

8. Spelen op de buik (altijd onder toezicht!)
• Leg uw baby al vanaf zijn geboorte elke dag een paar keer op zijn buik bij het verzorgen en bij het spelen, maar alleen onder toezicht! Zo leert hij zijn hoofd op te richten en rond te kijken. Na een paar maanden kan hij op zijn buik met de ellebogen onder zijn schouders liggen en wat gaan rondkijken.
• Baby’s vinden buikligging in het begin niet altijd prettig. Sommige baby’s gaan dan huilen. Geef niet te snel hieraan toe door hem weer om te draaien. Uw baby moet wennen aan de buikligging. U kunt uw baby helpen door een niet te dikke, opgerolde handdoek onder zijn borst te leggen. Zo kan hij wat gemakkelijker zijn hoofd optillen en gaan steunen op zijn ellebogen.
• Het optillen van het hoofd is gemakkelijker voor uw baby als u met uw handen licht op zijn billen drukt. Trek zijn aandacht met een speeltje of door tegen hem te praten.
• U kunt uw baby ook op zijn buik op uw eigen buik leggen. Dat kan als u ligt, maar ook als u wat onderuit gezakt in een stoel zit.
• Ook kunt u uw baby op zijn buik dwars op uw schoot leggen. Als u uw knieën over elkaar doet, ligt hij iets schuin en kan hij gemakkelijker zijn hoofd oprichten.
• Leg de speeltjes ook in buikligging aan de niet-voorkeurskant. De voorkeurskant moet ook hier weer heel saai zijn.

9. Spelen op de zij (altijd onder toezicht!)
• Als uw baby een voorkeurshouding naar rechts heeft en uit zichzelf veel beweegt, dan kunt u hem het beste op zijn rechterzij neerleggen. Wanneer uw baby dan “rondkijkt”, zal hij zijn hoofd vaker naar links draaien. Hij versterkt daarmee de spieren die de voorkeurshouding opheffen.
• Als uw baby een voorkeurshouding naar rechts heeft en uit zichzelf niet veel beweegt, dan kunt u hem het beste op zijn linkerzij neerleggen. Uw baby laat dan zijn hoofd in het midden liggen. Wanneer uw baby later toch zijn hoofd gaat optillen, leg uw baby dan alsnog op zijn rechter zij.
• Als uw baby een voorkeurshouding naar links heeft, moet u deze adviezen waar ‘rechts’ staat uiteraard ‘links’ lezen en andersom.

10. Spelen in gesteunde zit wordt afgeraden als het kind nog niet alleen kan zitten omwille van de onrijpheid van de rompspieren.

11. Het kind niet te lang in dezelfde houding laten, bv. de zitschelp of maxicosi (autozitje voor jonge zuigelingen) enkel gebruiken voor verplaatsingen maar niet als wandelwagen of als zitje overdag. Uw baby mag hooguit een paar keer per dag kortdurend in een wipstoeltje liggen, liefst niet langer dan een kwartier per keer. Zet het stoeltje dan wel in de ligstand.

12. De kinderen vroeg laten steunen op de voeten wordt afgeraden omdat daardoor de ontwikkeling van coördinatie en beweeglijkheid op andere vlakken wordt tegengewerkt.

Hoe wordt plagiocefalie behandeld?
Bij een groot deel van de kinderen verdwijnt het afgeplatte hoofdje vanzelf wanneer kinderen meer op hun buik gaan liggen of gaan zitten en niet meer zo veel op hun hoofd liggen. Behandeling is dan niet nodig.
Kinderen met een ernstige asymmetrie van hun hoofd hebben een grotere kans op een blijvende asymmetrie dan kinderen met een geringe afplatting van het hoofd.
1. Wisselende houding is belangrijk om de langdurige druk op een zelfde plaats te helpen vermijden. Omwille van de bewustwording van de gevaren van buikligging durven ouders de kinderen vaak niet meer op de buik leggen, ook niet tijdens de wakkere periodes. De kinderen worden dan soms wel eens in zijligging gelegd hetgeen zeker voor kinderen die nooit op de buik gelegd worden, een onveilige houding is.

2. Herpositionering: voorzichtig draaien van het hoofd wanneer het kind in rugligging ligt. Dit is vaak bemoeilijkt door de eventuele asymmetrische schedelvorm waardoor het hoofd terugkeert naar de oorspronkelijke positie. Deze methode is het meest efficiënt tot de leeftijd van 6 maanden.

3. Osteopathie helpt om de mobiliteit van het hoofd en nekspieren te verbeteren en de voorkeurshouding te ontmoedigen. Osteopathie geeft het beste resultaat bij kinderen jonger dan 6 maanden. Er wordt gewerkt op bewegingsblokkaden in de wervelkolom. Ook betrekt de osteopaat de ouders bij de behandeling en wordt hen aangeleerd de hoofdvorm van de baby te beoordelen en samen met de baby de buik- en rugspieren door middel van simpele oefeningen te stimuleren. Dit zal ook een positief effect hebben op de verdere ontwikkeling van de motoriek, naar zitbalans, kruipen, stabiliteit en ontwikkeling in het stappen.

4. In zeer zeldzame gevallen kan een orthese of redressiehelmbehandeling toegepast worden. Over deze behandeling bestaat echter geen consensus en ze wordt nog zelden toegepast, ook omwille van de nadelen (huidproblemen, drukproblemen, overmatig zweten…).
De helm drukt op die delen van de schedel die uit vorm zijn geraakt. Door de vorm van de helm worden de afgeplatte delen gestimuleerd in groei terwijl de meer uitpuilende delen geremd worden.
De helm wordt 23 u per dag gedragen.
Deze therapie kan slechts gestart worden wanneer een kind voldoende nek-hoofdcontrole heeft, dus vanaf de leeftijd van 5-6 maanden. De kans op herstel wordt kleiner naarmate de behandeling later gestart wordt.
De vormverbetering betreft vooral het achterhoofd en in mindere mate het voorhoofd. De afwijkende oorstand blijkt in het algemeen niet te corrigeren.
De therapie wordt gestopt op de leeftijd van 1 jaar.

5. Speciale kussentjes waarbij de baby als het ware met het hoofdje in een kom ligt, zijn vanwege de kans op wiegendood sterk af te raden.

6. Bij een kind met te vroeg gesloten schedelnaden (craniosynosthose) kan een kleine operatie nodig zijn. Bij deze operatie wordt de gesloten naad geopend en worden 1 of 2 veren in de naad geplaatst. Na 12 weken worden de veren verwijderd via het oude litteken.
Als het kind ouder dan 6 maanden is wordt een uitgebreidere correctie verricht. Het hele achterhoofdsbot wordt losgemaakt en in een meer naar achteren geplaatste positie teruggezet. Deze operatie wordt bij voorkeur uitgevoerd als het kind tussen de 6 en 12 maanden oud is.

Wanneer moet u een arts raadplegen?
• Wanneer de misvorming sterk uitgesproken is, dus bij uitgesproken afplatting en/of voorwaartse verplaatsing van het oor;
• Wanneer er tijdens de eerste 2 maanden duidelijke verslechtering van de toestand is ondanks eenvoudige adviezen;
• Wanneer bij een kind met afwijkingen op de leeftijd van 4-5 maanden geen duidelijke verbetering optreedt.

Wat is Medische Trainingstherapie (MTT)?

MTT is een wetenschappelijke onderbouwde oefentherapie. Het is een onderdeel van bijna elke kinesitherapeutische en manueeltherapeutische behandeling. Bij MTT voert de patiënt gerichte oefeningen uit onder toezicht van de kinesist of manueel therapeut.

Doel van Medische Trainingstherapie (MTT)?

Medische Trainingstherapie heeft als doel de belastbaarheid van het spier- en gewrichtsstelsel structureel te verbeteren en belemmeringen te herstellen en vermijden.

Systematische oefentherapie

De therapeut bepaalt nauwkeurig welke oefeningen de patiënt uitvoert, de dosering en het aantal herhalingen. Geleidelijk aan en op systematisch en verantwoorde manier wordt de moeilijkheidsgraad van de oefeningen opgevoerd. Op die manier verhoog je de belastbaarheid van je spieren en gewrichten en vermijd je blessures of overbelasting.

Medische trainingstherapie is aangewezen bij:

• (Sport) blessures aan spieren, gewrichten en beenderen
• Acute blessures: na verstuikingen, verrekkingen, spierscheuren en breuken
• Chronische klachten zoals lage rugpijnen, tennis- en golfelleboog, tendinitis…
• Allerlei bewegingsstoornissen zoals schouderinstabiliteit

Hoe gaat Medische Trainingstherapie in zijn werk?

MTT is een onderdeel van manuele therapie en kinesitherapie. De manueel therapeut voert eerst een grondig functieonderzoek uit en bepaalt op basis daarvan de therapie. Die bestaat uit manuele behandeling en MTT.

Onder toezicht van de therapeut leer je eerst de oefeningen nauwkeurig uit te voeren. Via regelmatige en systematische testen volgt de therapeut je vooruitgang op en past hij de moeilijkheidsgraad aan. In vele gevallen krijg je ook een oefenprogramma mee naar huis.

Heeft u nog andere vragen, dan kan u ons steeds contacteren.